Floating sisters


Toen ik de deur open deed, rook ik het al. Het was zo’n knisperende koude ochtend. De winter hing in de lucht. Nachtvorst. Het IJsselmeer was spiegelglad. De ganzen maakten herrie in de verte. Sinds ik ‘De Nieuwe Wildernis’ heb gezien, kijk ik altijd met andere ogen naar de overkant van het water. Zeg ik de paardenkuddes en de herten stilletjes gedag. 
Aan mijn kant is het stil. Op de kat na, die me komt vergezellen. De zon komt op als een knaloranje bol en kleurt de lucht en het water zalmroze. Twee wolken drijven voorbij. Floating sisters. Ik hou mijn adem even in. 

Goedemorgen. 
Goedemorgener. 
Goedemorgenst. 


Comments